Verwarming via klimaatbalken

Met de comfortmodules en klimaatbalken van Swegon kan aan de verwarmings- en koelbehoeften worden voldaan zonder dat afzonderlijke radiatoren en radiatorcircuits hoeven te worden geïnstalleerd.

Introductie

Een gebruikelijke aanpak bij het ontwerpen van gebouwen is het gebruik van koelbalken voor ventilatie- en koelbehoeften, terwijl verwarmingsbehoeften doorgaans door radiatoren worden beheerd.
Met de comfortmodules en klimaatbalken van Swegon kan efficiënt aan de behoeften op het gebied van ventilatie, verwarming en koeling worden voldaan zonder dat afzonderlijke radiatoren en radiatorcircuits nodig zijn.
Alle comfortmodules en koelbalken van Swegon zijn zorgvuldig ontworpen en getest om optimale ventilatie, verwarming en koeling te bieden.
Het gebruik van de comfortmodules en klimaatbalken van Swegon biedt een eenvoudige en kosteneffectieve oplossing, waarbij buisinstallaties beperkt blijven tot de comfortmodules in het plafond. Dit bespaart niet alleen tijd en installatieruimte, maar helpt ook de totale koolstofuitstoot van het gebouw te verminderen, wat ten goede komt aan het milieu. Bovendien wordt waardevolle vloerruimte vrijgemaakt die anders door radiatoren zou worden gebruikt, waardoor een flexibeler en esthetisch aangenamer ontwerp van de bruikbare ruimtes mogelijk wordt.

Wat is een goed binnenklimaat?

Een goed binnenklimaat is cruciaal voor het creëren van een gezonde en comfortabele omgeving om in te leven of werken. Het actief reguleren van het binnenklimaat helpt ook vocht- en schimmelgroei te voorkomen en beschermt de structuur, installaties en meubels van het gebouw tegen grote temperatuurschommelingen. Dit alles helpt de levensduur van het gebouw te verlengen en zijn waarde te behouden.
Bij het ontwerpen van een optimaal binnenklimaat kunnen we verwijzen naar de norm SS-EN ISO 7730:2006, die als doel heeft dat ten minste 90% van de mensen comfort in een ruimte ervaart.

Enkele waarden waarmee we rekening moeten houden in een verwarmingsscenario zijn de volgende:

Effectieve temperatuur: 20 - 24°C
Luchtsnelheden: 0,15 m/s - 0,25 m/s
Temperatuurverschil tussen hoofd en voeten: < 3 °C
Stralingstemperatuur van oppervlakken:
* 19°C op de vloer
* <35°C van het plafond en de muren

Krijgt u de warmte omlaag in de bezette zone?

Swegon raadt aan om de uitblaastemperatuur van de klimaatbalk ongeveer 2 - 4 graden warmer te houden dan de ruimtetemperatuur om een goede en gelijkmatige luchtvermenging in de ruimte te garanderen. Dit temperatuurverschil helpt een comfortabel en stabiel binnenmilieu te creëren.
Hogere uitblaastemperaturen kunnen leiden tot vorming van meer temperatuurlagen, wat betekent dat de warmte hoger in de ruimte blijft en de bezette zone, waar deze het meest nodig is, niet bereikt. Dit kan leiden tot een ongelijkmatige temperatuursdistributie en minder comfort voor de aanwezigen.
De warme lucht van de klimaatbalk zakt langzaam naar beneden in de ruimte en mengt zich met de bestaande lucht, wat bijdraagt aan een uniform en aangenaam klimaat. Door de uitblaastemperatuur binnen het aanbevolen bereik te houden, kunnen problemen met temperatuurlagen worden vermeden, zodat de hele ruimte efficiënt wordt verwarmd.

Bedrijfsomstandigheden in de video
Toevoerluchttemperatuur: 18°C (64,4°F)
Luchtstroom: 40 l/s (0,04 m³/s, 84,8 CFM)
Kanaaldruk: 80 Pa (0,32 in.wg)
Toevoerwatertemperatuur: 35°C (95°F)
Waterdebiet: 0,03 l/s (108 l/u, 0,48 GPM)
Ruimtetemperatuur: 21°C (69,8°F)
Buitenwandtemperatuur: 17°C (62,6°F)
Uitlaatluchttemperatuur klimaatbalk: 24°C (75,2°F)

U moet cookies toestaan als u dit soort inhoud van Swegon wilt bekijken.

Waar moet de ruimtetemperatuur worden gemeten?

Swegon raadt aan om sensoren voor het meten en regelen van de ruimtetemperatuur op een binnenmuur te plaatsen, op ongeveer 1,1 meter van de vloer. Laboratoriumtests hebben aangetoond dat sensoren die in de buurt van een warmtewisselaar in verwarmingsmodus worden geplaatst onvermijdelijk worden beïnvloed door warmte-emissie, wat zowel de werking als het comfort in de ruimte kan beïnvloeden.
Er moet ook rekening worden gehouden met zonnestraling, die de sensor kan verwarmen. Als de ruimtesensor in de buurt van een deur wordt gemonteerd, bestaat het risico dat de temperatuurmeting wordt beïnvloed door de temperatuur van de aangrenzende ruimte wanneer de deur open is.

Hoe hoog mag het plafond zijn?

Als het gaat om verwarming vanaf het plafond, is het belangrijk dat de warme lucht de verblijfszone bereikt, waar dit het meest effectief is.
Laboratoriumtests hebben aangetoond dat modules die op een installatiehoogte tussen 2 en 3,5 meter worden geplaatst optimaal zijn om de functionaliteit te garanderen.
Een hogere installatiehoogte kan ook werken, maar er moet extra rekening worden gehouden met andere parameters zoals de toevoertemperatuur, luchtstroom, ruimteontwerp en hoe de ruimte zal worden gebruikt, omdat al deze factoren het resultaat beïnvloeden.

Welke toevoertemperatuur moet worden gebruikt?

Hieronder staan twee voorbeelden die goed werken voor klimaatbalken.

Regeling met warmtepomp – lage toevoertemperatuur en efficiënte werking

Warmtepompen werken het beste bij lage toevoertemperaturen en een relatief gelijkmatig temperatuurverschil tussen toevoer en retour. Hierdoor kan het systeem conventioneler worden geregeld zonder dat er veel aandacht hoeft te worden besteed aan het behoud van een koude retour.
Lage toevoertemperatuur (28 - 40°C): Om de efficiëntie van de warmtepomp te behouden, moet de toevoertemperatuur zo laag mogelijk worden gehouden, vaak tussen 28 - 40°C, afhankelijk van de behoeften voor het gebouw. Een kleinere Delta T, ongeveer 5 - 8°C, werkt vaak goed voor warmtepompen. Omdat warmtepompen efficiënter werken bij lagere temperaturen, kan een hoger waterdebiet gunstig zijn voor een gelijkmatige distributie van de warmte. Hier kan traditionele thermostaatregeling worden gebruikt om een stabiele binnentemperatuur te handhaven.

Regeling met stadsverwarming – koude retour en efficiënte energie-extractie

Stadsverwarmingssystemen zijn het meest efficiënt wanneer ze lage retourtemperaturen hebben, omdat dit de energie-extractie in het stadsverwarmingsnetwerk maximaliseert. Om dit te bereiken moet de regeling zo worden ingesteld dat het water zoveel mogelijk warmte afgeeft voordat het het systeem verlaat.
Laag waterdebiet en hoger temperatuurverschil (ΔT): Door het waterdebiet te verminderen, heeft het water meer tijd om warmte af te geven, wat resulteert in een lagere retourtemperatuur. Delta T (het verschil tussen toevoer en retour) moet hoog zijn, bij voorkeur 10 - 15°C, om de warmte effectief over te dragen.

Moet u de ventilatie-unit 's nachts laten draaien om aan de verwarmingsbehoeften van het gebouw te voldoen?

Swegon raadt aan om het apparaat buiten de normale werktijden te laten werken bij koud weer, bij voorkeur met een circulatiefunctie die buitenlucht blokkeert en een herverwarmer gebruikt voor optimale energie-efficiëntie.
Om warmte uit de comfortmodules te halen, moet de unit in bedrijf zijn en luchtstroom leveren. De duur en de maanden waarin de unit 's nachts moet werken, zijn afhankelijk van de klimaatschil van het gebouw en de specifieke omstandigheden voor het project.

Welke kostenbesparingen zijn er mogelijk?

Het gebruik van comfortmodules voor zowel verwarming als koeling in plaats van traditionele oplossingen met radiatoren en afzonderlijke koelmodules levert aanzienlijke kostenbesparingen op.

Lagere installatiekosten

Door radiatoren te vervangen door comfortmodules die zowel verwarming als koeling aankunnen, worden de materiaalkosten en arbeidskosten verlaagd, waardoor de installatie eenvoudiger en kosteneffectiever wordt.
Een systeem met twee leidingen voor zowel verwarming als koeling is bijzonder kostenefficiënt omdat er geen afzonderlijke leidingen meer nodig zijn. Er kan ook een 4-pijpssysteem worden gebruikt voor meer flexibiliteit.

Lagere bedrijfskosten

Comfortmodules zorgen voor een gelijkmatigere temperatuurdistributie, wat bijdraagt aan een lager energieverbruik en verbeterd comfort.
Dankzij de lage toevoertemperaturen kunnen warmtepompen werken met een hogere COP (prestatiecoëfficiënt), wat zowel het energieverbruik als de warmteverliezen in het buizensysteem vermindert.

Lagere onderhoudskosten

Omdat comfortmodules verwarming en koeling in één systeem combineren, wordt het aantal units en componenten dat onderhoud vereist, verminderd. Dit leidt tot lagere servicekosten en een betrouwbaardere oplossing.